IT 4689
2 december 2024
Uitspraak

Voorzieningenrechter bevestigt proportionaliteit van plafondbedrag in aanbesteding

 
IT 4687
28 november 2024
Uitspraak

Opheffing bankbeslag in geschil over merkinbreuk en GPL-compliance bij WordPress-plug-ins

 
IT 4686
28 november 2024
Uitspraak

Ordemaatregel om crypto-account te bevriezen

 
IT 4689

Voorzieningenrechter bevestigt proportionaliteit van plafondbedrag in aanbesteding

Rechtbank Noord-Holland 28 nov 2024, IT 4689; ECLI:NL:RBNHO:2024:12113 (GINO tegen GGD HN), https://www.itenrecht.nl/artikelen/voorzieningenrechter-bevestigt-proportionaliteit-van-plafondbedrag-in-aanbesteding

Vzr. Rb. Noord-Holland 28 november 2024, IT 4689; ECLI:NL:RBNHO:2024:12113 (GINO tegen GGD HN) GGD HN heeft een Europese Openbare Aanbesteding uitgeschreven voor een standaard digitaal dossier jeugdgezondheidszorg (DD JGZ). Het gunningscriterium is de beste prijs-kwaliteitsverhouding en GGD HN heeft voor de opdracht een plafondbedrag vastgesteld van € 1.750.000.,-. GINO stelt dat dit disproportioneel laag is en dat GGD HN niet heeft onderbouwd dat het mogelijk is om de opdracht voor dit plafondbedrag uit te voeren. GINO stelt dat het een kleine markt is met slechts drie aanbieders waarvan zij er één is, maar dat zij voor dit bedrag niet kan meedingen. Zij stelt dat door vast te houden aan dit plafondbedrag GGD HN niet voldoet aan de eis dat zij mededinging mogelijk moet maken. De voorzieningenrechter oordeelt dat GGD HN voldoende aannemelijk heeft gemaakt hoe zij tot het plafondbedrag is gekomen. GGD HN heeft een marktverkenning uitgevoerd en rekening gehouden met inflatiecorrectie, kosten voor extra functionaliteit en onvoorziene kosten. De voorzieningenrechter bedrukt dat een aanbestedende dienst een zekere vrijheid heeft bij het bepalen van de uitvraag en de modaliteiten van de aanbesteding, mits deze binnen de grenzen van de Aanbestedingswet 2012 en de Gids Proportionaliteit blijven. GINO slaagt er niet in om voldoende aannemelijk te maken dat het plafondbedrag disproportioneel is. De enkele verwijzing naar eerdere aanbestedingen en een rapport over ICT-projecten bij de overheid is onvoldoende.

IT 4687

Opheffing bankbeslag in geschil over merkinbreuk en GPL-compliance bij WordPress-plug-ins

Rechtbank 22 okt 2024, IT 4687; ECLI:NL:RBAMS:2024:6398 (Eiser tegen Automattic), https://www.itenrecht.nl/artikelen/opheffing-bankbeslag-in-geschil-over-merkinbreuk-en-gpl-compliance-bij-wordpress-plug-ins

Vzr. Rb. Amsterdam 22 oktober 2024, IEF 22399, IT 4687; ECLI:NL:RBAMS:2204:6398 (eiser tegen Automattic) Eiser biedt via zijn website open source WordPress-thema's en plug-ins aan. De website heeft een zoekfunctie en wanneer daar op “Woo”, “WooCommerce” of “WordPress” wordt gezocht, worden als resultaten plug-ins getoond die geschikt zijn voor gebruik met de WooCommerce- respectievelijk WordPress-software. Automattic Inc. en WooCommerce Inc. stellen dat eiser hiermee hun merkrechten schendt en de voorwaarden van de GNU General Public License (GPLv2) overtreedt. Op 4 september 2024 heeft Automattic bij de voorzieningenrechter van de rechtbank in Rotterdam een verzoekschrift op de voet van artikel 1019e Rv ingediend, waarin zij het standpunt inneemt dat eiser inbreuk maakt op hun merkrechten en auteursrechten en dat zij daarnaast ook contractuele bepalingen schendt. Op 5 september heeft Automattic verlof gekregen om conservatoir beslag ten laste van eiser te leggen. In dit kort geding vordert eiser opheffing van de conservatoire beslagen.

IT 4686

Ordemaatregel om crypto-account te bevriezen

Rechtbank Amsterdam 26 sep 2024, IT 4686; ECLI:NL:RBAMS:2024:6472 (eisers tegen gedaagde en Payward), https://www.itenrecht.nl/artikelen/ordemaatregel-om-crypto-account-te-bevriezen

Rb. Amsterdam 26 september 2024, IT 4686; ECLI:NL:RBAMS:2024:6472 (eisers tegen gedaagde en Payward) Eisers zijn slachtoffer geworden van een beleggingsfraude die is gepleegd door gedaagde. Zij dachten obligaties te kopen via een account van een investment firma maar dit account bleek nep te zijn. Deze gelden zijn door gedaagde ondergebracht in een crypto-account bij Payward. Eisers hebben bij verstek hun kosten en de rente gevorderd, welke zijn toegewezen door de rechtbank Midden-Nederland en de rechtbank Amsterdam. Tegen deze vonnissen is geen verzet ingesteld door gedaagde, maar eisers hebben de betalingen niet ontvangen. Hierdoor stellen eisers dat zij recht hebben op en belang hebben bij een ordemaatregel die ertoe strekt het account van gedaagde bij Payward te bevriezen. 

IT 4680

Conlcusie AG over grootschalige marktplaatsoplichtingen

Hoge Raad 5 nov 2024, IT 4680; ECLI:NL:PHR:2024:1170 (Conclusie AG Hoge Raad), https://www.itenrecht.nl/artikelen/conlcusie-ag-over-grootschalige-marktplaatsoplichtingen

HR AG 5 november 2024, IT 4680; ECLI:NL:PHR:2024:1170 (Conclusie AG Hoge Raad) Strafrecht. Verdachte is door het hof veroordeeld wegens het medeplegen van oplichting, het medeplegen van een poging tot oplichting en het als leider deelnemen aan een criminele organisatie. Dit gebeurde door middel van het plaatsen van nepadvertenties op Marktplaats. Verdachte heeft twee klachten ingediend tegen deze veroordeling.

IT 4685

Gemeente moet concessieopdracht voor lichtmastreclames Europees aanbesteden

Rechtbank Midden-Nederland 18 okt 2024, IT 4685; ECLI:NL:RBMNE:2024:5923 (eiseres tegen Gemeente Hilversum), https://www.itenrecht.nl/artikelen/gemeente-moet-concessieopdracht-voor-lichtmastreclames-europees-aanbesteden

Rb. Midden-Nederland 18 oktober 2024, IT 4685; ECLI:NL:RBMNE:2024:5923 (eiseres tegen Gemeente Hilversum) Gemeente Hilversum had gekozen voor een nationale openbare aanbestedingsprocedure, terwijl eiseres stelde dat de opdracht Europees had moeten worden aanbesteed vanwege de geraamde waarde van de concessieopdracht. De geraamde waarde van de opdracht, berekend op basis van het aantal lichtmastreclames en reclameplaten, overschreed de drempelwaarde van € 5.538.000,00, wat een Europese aanbesteding verplicht maakte. De voorzieningenrechter oordeelt dat Gemeente Hilversum de waarde van de concessieopdracht onjuist had geraamd door uit te gaan van een te laag aantal lichtmastreclames en een te lage advertentieprijs. De juiste berekening, met een maximumaantal van 200 lichtmastreclames en een advertentieprijs van € 1.800,00, resulteert in een waarde die de drempelwaarde overschrijdt. Hierdoor moet de opdracht Europees worden aanbesteed. De voorzieningenrechter verbiedt Gemeente om Hilversum de opdracht definitief aan de tussenkomende partij te gunnen en beveelt intrekking van de gunningsbeslissing.

IT 4684

Hof geeft verduidelijking over niet-verplichte persoonsgegevens

HvJ EU 4 okt 2024, IT 4684; ECLI:EU:C:2024:827 (Agentsia po vpisvaniyata), https://www.itenrecht.nl/artikelen/hof-geeft-verduidelijking-over-niet-verplichte-persoonsgegevens

HvJ EU 4 oktober 2024, IT 4684; ECLI:EU:C:2024:827 (Agentsia po vpisvaniyata) OL heeft het Bulgaarse agentschap voor registraties verzocht om verwijdering van haar naam, voornaam, identificatienummer, gegevens van haar identiteitskaart, adres en handtekening uit een vennootschapsovereenkomst. Het agentschap verwijderde uiteindelijk alleen haar identificatienummer, identiteitskaartgegevens en adres. De rechter in eerste aanleg oordeelde dat het agentschap OL's recht op gegevenswissing had geschonden en kende haar een schadevergoeding toe. Het Hof oordeelt dat artikel 21 lid 2 Richtlijn 2017/1132 geen verplichting oplegt aan lidstaten om de openbaarmaking van niet-verplichte persoonsgegevens toe te staan. Het Hof oordeelt verder dat het agentschap in dit geval zowel ontvanger als verwerkingsverantwoordelijke is van de persoonsgegevens in de zin van de AVG. Dit betekent dat het agentschap verantwoordelijk is voor de naleving van de AVG, inclusief het recht op gegevenswissing. Het Hof concludeert dat de Bulgaarse regeling, die de afwijzing van een verzoek tot verwijdering van niet-verplichte persoonsgegevens toestaat als er geen afschrift is verstrekt waarin die gegevens onleesbaar zijn gemaakt, in strijd is met Richtlijn 2017/1132 en artikel 17 AVG. Bovendien oordeelt het Hof dat een handgeschreven handtekening een persoonsgegeven is in de zin van de AVG. Tot slot bevestigt het Hof dat zelfs een kortstondig verlies van controle over persoonsgegevens immateriële schade kan opleveren in de zin van artikel 82 lid 1 AVG.

IT 4683

Uitspraak ingezonden door Marije van der Jagt, Griffiths Advocaten, en Thijs van Aerde, NautaDutilh.

Meta mogelijk schadeplichtig wegens tekortschietende licentieonderhandelingen met Pictoright

Rechtbank Amsterdam 20 nov 2024, IT 4683; ECLI:NL:RBAMS:2024:6885 (Pictoright tegen Meta), https://www.itenrecht.nl/artikelen/meta-mogelijk-schadeplichtig-wegens-tekortschietende-licentieonderhandelingen-met-pictoright

Rb. Amsterdam 20 november 2024, IEF 22394, IT 4683; ECLI:NL:RBAMS:2024:6885 (Pictoright tegen Meta). De Rechtbank Amsterdam beoordeelt in dit tussenvonnis de inspanningen van Meta om een licentieovereenkomst met Pictoright te sluiten. Pictoright, een auteursrechtenorganisatie die de rechten van visuele makers beheert, stelt dat Meta auteursrechten van haar leden schendt door hun werken zonder toestemming op Facebook en Instagram te exploiteren. Pictoright eist een verklaring voor recht dat Meta schadeplichtig is en een passende licentievergoeding moet betalen. De rechtbank concludeert dat zowel Facebook als Instagram kwalificeren als online diensten voor het delen van inhoud in de zin van artikel 29c Auteurswet (Aw). Deze platforms richten zich op het opslaan en toegankelijk maken van een grote hoeveelheid door gebruikers aangeboden werken van letterkunde, wetenschap of kunst voor het publiek. Hierbij ordenen en promoten zij deze werken met een winstoogmerk. Door deze kwalificatie moet de rechtbank bepalen of Meta zich naar beste vermogen heeft ingespannen om een licentieovereenkomst met Pictoright te sluiten. Meta stelt voor om de economische waarde van het Pictoright-repertoire vast te stellen via een Data Discovery-methode. Pictoright betwist echter de betrouwbaarheid van deze methode en weigert verdere medewerking.

Laatste plekken: Jurisprudentielunch Merken-, Modellen- en Auteursrecht op woensdag 27 november 2024

Aanstaande woensdag 27 november vindt de najaarseditie van de Jurisprudentielunch Merken-, Modellen- en Auteursrecht plaats. Er zijn nog een aantal plekken beschikbaar. Tijdens deze middag praten we u bij over de laatste ontwikkelingen binnen deze rechtsgebieden. We doen dit samen met Tobias Cohen Jehoram (De Brauw Blackstone Westbroek), Jesse Hofhuis (AC&R) en Joris van Manen (HOYNG ROKH MONEGIER). Aanmelden kan alleen vandaag en morgen nog! Nog een reden om deze lunch niet te missen: Bij deelname aan de Jurisprudentielunch van 27 november ontvangt u de nieuwe uitgave van Merkenrechtspraak HvJ EU van Dirk Visser. Dit boek bevat een verzameling van samenvattingen van de belangrijkste beslissingen van het HvJ EU, het Benelux Gerechtshof en het EFTA-Hof op het gebied van het merkenrecht.

IT 4678

Kwijtschelding studieschuld bij identiteitsfraude DigiD

Rechtbank Oost-Brabant 6 nov 2024, IT 4678; ECLI:NL:RBOBR:2024:5232 (eiseres tegen de minister), https://www.itenrecht.nl/artikelen/kwijtschelding-studieschuld-bij-identiteitsfraude-digid

Rb. Oost-Brabant 6 november 2024, IT 4678; ECLI:NL:RBOBR:2024:5232 (eiseres tegen de minister) Op naam van eiseres is met haar DigiD-inloggegevens studiefinanciering aangevraagd. Dit bleek nadien onderdeel van identiteitsfraude bij in totaal 48 personen waarvoor uiteindelijk twee verdachten strafrechtelijk zijn veroordeeld. De minister van OC&W weigert kwijtschelding van de op naam van eiseres ontstane studieschuld van € 12.507,78 omdat de fraude in de risicosfeer van eiseres zou liggen. De rechtbank oordeelt dat de minister onzorgvuldig heeft gehandeld door studiefinanciering toe te kennen zonder een bewijs van inschrijving van een onderwijsinstelling. Daarnaast is vastgesteld dat eiseres slachtoffer was van identiteitsfraude en dat zij haar DigiD-gegevens niet vrijwillig heeft gedeeld met de fraudeurs. De rechtbank concludeert dat het niet kwijtschelden van de schuld zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard en dat de minister in redelijkheid niet anders had kunnen besluiten dan tot kwijtschelding over te gaan. Daarom wordt de minister opgedragen de studieschuld van eiseres volledig kwijt te schelden.

IT 4677

Toewijzing van identificerende gegevens en schorsing van Binance-account na beleggingsfraude

Rechtbank Den Haag 7 nov 2024, IT 4677; ECLI:NL:RBDHA:2024:18170 (eiseres tegen Binance), https://www.itenrecht.nl/artikelen/toewijzing-van-identificerende-gegevens-en-schorsing-van-binance-account-na-beleggingsfraude

Rb. Den Haag 7 november 2024, IT 4677, ECLI:NL:RBDHA:2024:18170 (eiseres tegen Binance) Eiseres heeft aangifte gedaan van beleggingsfraude en oplichting nadat zij in de zomer van 2024 via een datingplatform was overgehaald om te beleggen in cryptovaluta. Zij heeft in totaal € 186.000,- ingelegd, welke cryptovaluta uiteindelijk op een oplichtersplatform terechtkwamen en vervolgens werden overgemaakt naar een gebruikersaccount bij Binance. DataExpert B.V. heeft vastgesteld dat een deel van deze cryptovaluta op een specifiek Binance-account terecht is gekomen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de eiseres rechtmatig belang heeft bij het verkrijgen van de identificerende gegevens van de klant van Binance, op wiens naam het gebruikersaccount staat. De vordering van eiseres om deze gegevens te verkrijgen wordt toegewezen op grond van artikel 843a Rv, omdat de bescheiden betrekking hebben op een rechtsbetrekking waarbij de eiseres partij is. Daarnaast wordt het gebruikersaccount geschorst om te voorkomen dat de cryptovaluta zouden worden weggesluisd voordat een bodemvonnis is verkregen. De voorzieningenrechter acht het belang van eiseres om de fraudeur in rechte te kunnen betrekken zwaarder dan de privacybelangen van de klant van Binance.