SGOA Academy: Actualiteiten en recente IT jurisprudentie
Op 25 november 2024 vindt de volgende SGOA Academy plaats
Tijdens deze SGOA Academy zullen Dorine ten Brink en Ernst-Jan van de Pas, naast actualiteiten op het snijvlak van IT en recht, aandacht besteden aan recente IT-jurisprudentie. Zij zullen onder andere ingaan op de nieuwste ontwikkelingen rondom ingebrekestelling en verzuim, de uitleg van mediationclausules naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 12 juli 2024, en het gebruik van AI door rechters / arbiters, waarbij de uitspraak van de Rechtbank Gelderland op 7 juni 2024 aan bod komt.
Beide sprekers hebben aangegeven graag de discussie op te zoeken over deze onderwerpen, daar zal voldoende ruimte voor worden ingebouwd.
Praktische informatie:
Tijd: 16.00 – 18.00 uur met aansluitend borrel;
Waar: Capital-C, Weesperplein 4B, Amsterdam;
Prijs: € 195,00 excl. BTW (VIRA en NVvIR leden ontvangen 10% korting).
Na afloop ontvangt u een bewijs van deelname. (2PO punten / 2 PE punten LRGD).
Inschrijven kan via deze link.
Nieuwe standaardcontractbepalingen voor gegevensoverdrachten
De Europese Commissie (EC) werkt aan de invoering van nieuwe standaardcontractbepalingen (SCC's) voor gegevensoverdrachten tussen partijen die beide onder de Algemene Verordening Gegevensbescherming (GDPR) vallen. Dit is vooral relevant voor bedrijven buiten de Europese Economische Ruimte (EER) die gegevens van binnen de EER verwerken. De publicatie van het ontwerp van deze SCC's wordt binnenkort verwacht, met goedkeuring gepland voor het tweede kwartaal van 2025. De GDPR is ook van toepassing op bedrijven buiten de EER die goederen of diensten aanbieden aan EER-burgers of hun gedrag monitoren binnen de EER. Dit heeft bijvoorbeeld gevolgen voor bedrijven in sectoren zoals telemedicine, cloudgebaseerde medische dossiers en klinisch onderzoek. Deze bedrijven moeten zorgvuldig omgaan met gegevensoverdrachten naar landen buiten de EU.
Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg, Mount Law.
Uitzending niet onrechtmatig omdat het berust op feiten
Rb. Amsterdam 21 augustus 2024, IEF 22294, IT 4632; ECLI:NL:RBAMS:2024:5230 (Eiser tegen Noordkaap). Eiser is een ondernemer en verkoopt onder andere boten. Noordkaap produceert het programma 'Undercover in Nederland', waarbij misstanden aan de kaak gesteld worden. De aflevering waarin een item over eiser ging, heeft tot een geschil geleid. In de uitzending is eiser geconfronteerd met een koper van een boot die niet door hem was geleverd. In deze uitzending kwamen meerdere personen aan het woord die een tekortkoming van eiser aankaartten. Eiser is in deze aflevering, die in 2022 werd uitgezonden, niet herkenbaar in beeld gebracht. In hetzelfde jaar heeft Noordkaap nogmaals opnames gemaakt van eiser, ditmaal omdat eiser een scooter had gekocht maar niet betaald. Dit beeldmateriaal is in 2023 uitgezonden, waarbij drie andere personen aan het woord kwamen. In deze uitzending is eiser herkenbaar in beeld gebracht en wordt hij door de presentator meerdere keren een oplichter genoemd.
Noot Quinten Pilon onder het hoger beroep van recruitmentbedrijf APG tegen een boete van de AP
Annotatie door Quinten Pilon onder het hoger beroep van recruitmentbedrijf APG tegen een boete van de Autoriteit Persoonsgegevens (ABRvS 29 mei 2024, ECLI:NL:RVS:2024:2221); gepubliceerd in Jurisprudentie Bescherming persoonsgegevens.
1. Inleiding Deze zaak draait om het hoger beroep van recruitmentbedrijf APG tegen een boete van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). De AP heeft APG een boete opgelegd van € 6.000 voor overtreding van art. 17 lid 1 jo. 12 lid 3 AVG, wegens het niet (tijdig) reageren op verwijderingsverzoeken. Tussen partijen is niet in geschil dat APG de AVG heeft overtreden (par. 4.1). Partijen zijn het erover oneens of een boete van € 6.000 in dit geval passend en geboden is. De enkelvoudige kamer van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) verklaart het hoger beroep van APG ongegrond. De uitkomst van deze zaak is niet echt verrassend, maar de uitspraak is interessant omdat meerdere veelgebruikte verweren in boetezaken worden besproken door de ABRvS. In deze annotatie bespreek ik het vereiste van verwijtbaarheid, de evenredigheid van de boete en boetehoogte en ten slotte reputatieschade door openbaarmaking van het boetebesluit.
Verzoek tot inzage gegevens afgewezen
Hof 's-Hertogenbosch 15 augustus 2024, IT 4630; ECLI:NL:GHSHE:2024:2602 (Appellante tegen de Stichting). Zaak betreffende een inzageverzoek op grond van artikel 15 AVG. In eerste aanleg verzoekt appellante, een huurder, de woningstichting (hierna: de Stichting) om een overzicht van de persoonsgegevens die zij van hem heeft verwerkt. In eerste aanleg werd dit verzoek al afgewezen. De Stichting heeft gemotiveerd betwist dat zij meer of andere gegevens heeft verwerkt dan hetgeen in het verstrekte verwerkingsoverzicht staat. Zij geeft zelfs aan dat ze meer gegevens dan nodig heeft verstrekt om verzoeker tegemoet te komen. Het verzoek werd daarmee afgewezen. Ook in hoger beroep wordt het verzoek van appellante afgewezen. Het overzicht voldoet, behalve enkele vermeldingen, aan hetgeen dat appellant mocht verwachten.
Brinkhof Symposium op woensdag 9 oktober 2024
Uitnodiging: Brinkhof Symposium | Verkiezingen in het digitale tijdperk
Op woensdag 9 oktober 2024 vindt de jaarlijkse uitreiking van de Internetscriptieprijs plaats op het kantoor van Brinkhof in Amsterdam. De prijs zal worden uitgereikt tijdens een symposium gewijd aan online risico’s voor verkiezingen en de juridische implicaties daarvan – een hot topic in hét verkiezingsjaar 2024 (met o.a. de Europese Parlementsverkiezingen, Amerikaanse presidentsverkiezingen en nationale verkiezingen in tientallen landen wereldwijd). Tijdens het symposium zullen een keynote-spreker en panelleden met verschillende expertises hun visie geven op dit onderwerp.
Een greep uit de thema’s die aan bod zullen komen: desinformatie & manipulatie, politieke advertenties en microtargeting, de rol van generatieve AI, contentmoderatie, en de
verplichting voor grote online platforms tot beperking van risico’s voor verkiezingsprocessen onder nieuwe Europese regelgeving.
Wil je het evenement bijwonen? Registreer je dan hier. Het symposium is toegankelijk voor alle studenten, advocaten, wetenschappers en overige geïnteresseerden. Advocaten kunnen met hun deelname 2 PO-punten behalen.
Twijfel of online reisbureaus zich schuldig maken aan oneerlijke handelspraktijken
Rb Den Haag 29 september 2024, IT 4629; ECLI:NL:RBROT:2024:9494 (Reisbureaus tegen de ACM). De ACM heeft drie online reisbureaus lasten onder dwangsom opgelegd en heeft besloten die lasten te publiceren. Volgens de ACM maken de reisbureaus zich schuldig aan oneerlijke handelspraktijken door bij pakketreizen op de startprijzen een vanafprijs te vermelden die nog tijdens het boekingsproces opwaarts of neerwaarts kan wijzigen. De voorzieningenrechter begrijpt de toelichting van verzoeksters zo dat het verschil tussen de eerst getoonde vanafprijs en de prijs die na de prijscheck wordt getoond, wordt veroorzaakt door wijzigingen in de beschikbaarheid of de prijzen van de reiselementen die door de leveranciers van verzoeksters worden aangeboden. De eerst getoonde vanafprijs was op het moment dat de pakketreis op de website werd geplaatst juist en actueel, maar door wijzigingen in beschikbaarheid en door dynamic of fluid pricing door de leveranciers van de reiselementen, is deze prijs achterhaald.
Meerverbruik werkgeheugencapaciteit en zorgplicht ICT-leverancier
Hof 's-Hertogenbosch 20 augustus 2024, IT 4628; ECLI:NL:GHSHE:2024:2626 (Interconnect tegen Acknowledge) Het Hof van Den Bosch oordeelt in deze zaak over de zorgplicht van een ICT-dienstverlener en de gevolgen van het meerverbruik van werkgeheugen door een afnemer. Het geschil ontstond omdat Acknowledge meer RAM-geheugen gebruikte dan contractueel was overeengekomen, waardoor Interconnect extra kosten claimde. Het Hof stelt dat Acknowledge verantwoordelijk was voor dit meerverbruik, aangezien zij zelf wijzigingen kon aanbrengen en wist dat het extra gebruik tot hogere kosten zou leiden. De maximale hoeveelheid verbruikte RAM, en niet het gemiddelde, was daarbij bepalend voor de prijsberekening. Ook wees het Hof het verweer van Acknowledge af dat Interconnect haar zorgplicht had geschonden door geen technische beperkingen in te stellen. Interconnect had geen waarschuwingsplicht omdat Acknowledge in staat was haar eigen verbruik te monitoren. Acknowledge werd daarom veroordeeld tot een aanzienlijke schadevergoeding, omdat de meetresultaten van Interconnect volgens de voorwaarden bindend waren.
VU leergang Intellectueel eigendomsrecht
Op welke manieren worden intellectuele eigendomsrechten eigenlijk verkregen? Hoe worden deze
rechten geëxploiteerd en gehandhaafd? Hoe verstrekt de bescherming en handhaving van
intellectueel eigendom zich uit in de analoge en de digitale wereld?
De leergang Intellectueel eigendomsrecht behandelt deze vragen door in te gaan op het auteurs-,
databanken- en portretrecht, het merken-, modellen- en handelsnaamrecht, het octrooirecht, de
bescherming van de bedrijfsgeheimen en de voor deze rechten ter beschikking staande
handhavingsinstrumenten.
Deze opleiding biedt u niet alleen de mogelijkheid om overzicht te krijgen over de verschillende
intellectuele eigendomsrechten, maar ook inzicht in het strategische gebruik en het efficiënte
beheer van deze rechten.
Start gegarandeerd op 5 november 2024 o.l.v. prof. mr. Stef van Gompel.
HvJEU: AVG-toezichthouders zijn niet verplicht om hun bevoegdheden te gebruiken
HvJEU 26 september 2024, IT 4626; C-768/21 (Land Hessen). Het Europese Hof van Justitie heeft zich uitgesproken over een Duitse zaak met betrekking tot een AVG-schending. Eiseres in die zaak had gevorderd dat de AVG-toezichthouder in Duitsland een boete zou opleggen aan haar bank. Zij was er namelijk achter gekomen dat een bankmedewerker haar data meermaals had ingezien zonder toestemming. Aangezien de bank al maatregelen had genomen jegens de medewerker, achtte de toezichthouder het in dit geval niet nodig om verdere actie te ondernemen. De Duitse rechter wendt zich tot het Europese Hof met de vraag of een dergelijke beslissing van de toezichthouder is toegestaan. Het Europese Hof antwoordt daarop bevestigend: AVG-toezichthouders zijn niet verplicht hun bevoegdheden te gebruiken voor zover dat niet noodzakelijk is om de AVG te waarborgen. In een geval als de onderhavige, waarin de gegevensverwerker zelf al maatregelen heeft getroffen om de schending te verhelpen nadat zij hiervan op de hoogte is gesteld, kan de toezichthouder besluiten af te zien van verdere stappen. Het is daarbij aan de nationale rechter om te bepalen of de toezichthouder (in het algemeen) een voldoende consistent en hoog niveau van bescherming van persoonsgegevens waarborgt.